Groene vleesvlieg

De groene vleesvlieg (Phaenicia sericata) is een algemeen voorkomende vlieg.

De vlieg kan tussen de 10 en 14 mm lang worden, en is te herkennen aan de metaalachtige blauwgroene of gouden kleuring met zwarte noteringen op de rug. Verwarring met de boter- of vuurvlieg komt veel voor.

De groene vleesvlieg leeft vooral als larve (made) van vlees van levende dieren, en is berucht in de veehouderij omdat onder andere schapen levend worden opgegeten (Myiasis). Andere soorten vleesvliegen zetten de eitjes af op andere dieren of de maden leven van mest, zoals de keizersvleesvlieg (Lucilia caesar). De soort Lucilia bufonivora zet de eitjes af in de neusgaten van levende padden, waarna de larven eerst de kop van binnenuit consumeren met de dood tot gevolg. Vervolgens wordt het kadaver verder uitgehold.

Myiasis

Myiasis of huidmadenziekte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de larven van een aantal soorten diptera. Deze insecten behoren tot de orde van de tweevleugeligen. Myiasis komt het meeste voor bij vee. Het levert grote schade op bij schapen, kippen en konijnen. Er zijn ook gevallen bekend van myiasis bij runderen.

In plattelandsgebieden in tropische en subtropische regio's komt de ziekte ook regelmatig voor bij mensen.

Verloop van de ziekte bij schapen

Een bekende veroorzaker is de groene vleesvlieg (Lucilia sericata, ook wel blauwgroene bromvlieg of schapengoudvlieg genoemd). De vlieg legt haar eitjes op warme en vochtige plaatsen, vaak in de wol van schapen. Binnen enkele uren tot dagen komen er maden uit de eitjes, die zich met mondhaken vastzetten aan de huid van het schaap. De larven boren zich onder de huidoppervlakte en zetten het onderhuidse weefsel aan tot rotten zodat ze de opgeloste voedingsbestanddelen kunnen opnemen. Hier voeden de maden zich met het vlees uit de huid.

De rottende geur werkt zeer attractief en kan andere insecten aantrekken op relatief grote afstanden. Een besmet dier komt dus in een vicieuze cirkel terecht: steeds meer van de beesten zullen hun eitjes komen afzetten op het slachtoffer.

Wanneer er veel maden op een schaap zitten, kan het schaap binnen een week sterven.

Myiasis bij kippen en konijnen

Ook bij kippen en konijnen kunnen deze symptomen voorkomen. Vooral het konijn lijkt gevoelig voor deze ziekte.

Voor een konijn of een kip kunnen de ziekteverschijnselen reeds binnen de 24-48 uur fataal zijn.

Maatregelen

Om te voorkomen dat een besmet dier door de rottende geur steeds meer insecten aantrekt, kan men een met myiasis besmet schaap het beste isoleren en voor verder contact met vliegen en andere insecten beschermen.

In het geval van kippen en konijnen is het cruciaal om kooien en stro proper te houden. De mestgeur trekt namelijk meer insecten, denk aan de mestkever aan. In het seizoen, dat van mei tot september loopt, is het goed de dieren op te volgen, zodat er geen resten mest blijven hangen aan de staart of het achterwerk.

De larven moeten met een pincet worden verwijderd. Voor men de ziekte opmerkt is het vaak al in een gevorderd stadium. In dat stadium zal professionele hulp noodzakelijk zijn, aangezien het dier zal lijden aan bloedvergiftiging en infecties zodat antibiotica moet worden toegediend. Het is beter om de besmetting voor te zijn en extra waakzaamheid in het seizoen (mei-september) is dan ook aangeraden.

Australië

De groene vleesvlieg is ook naar Australië geëxporteerd, maar veroorzaakt daar minder problemen dan de in Australië inheemse soort (Lucilia caprina).

Madentherapie

De eigenschap van de larven om rottend vlees op te eten wordt gebruikt in de zogenaamde madentherapie, een geneeskundige behandeling voor wonden die maar niet willen genezen.

Bronnen

  • Dwight D. Bowman Georgis Parasitology for Veterinarian Sixth Edition
  • Review: Foreign Animal Diseases: Screwworm Myiasis, Amerikaanse Universiteit van Georgia.

Externe links

Woelen in de wond

“Het is wel een raar idee ja, maden op je been”, vertelt Hans, die op de middag van het interview net verse maden had gekregen. “Ik heb ze wel eens gezien. Als ze erop gaan zijn ze twee mm en als ze er na een paar dagen afgaan ongeveer een centimeter. Het stinkt ook wel als ik het laken optil. Dan leg ik de visite maar uit dat ik het niet ben, maar zij”, glimlacht hij. En hoe voelt het? “Het doet geen pijn, het kriebelt meer. Ze woelen als het ware over de wond en soms is dat geen fijn gevoel, maar een verdoving heb ik niet nodig. En ik ben maandenlang koortsvrij geweest zonder antibiotica, dankzij de maden. Wat mij betreft is een behandeling met maden een oude methode die wel weer opnieuw uit de kast gehaald mag worden. Op een steriele manier natuurlijk.”